Translation glossary: NL-NL (Flemish to Dutch)

Creator:
Filter
Reset
Showing entries 301-350 of 2,886
« Prev Next »
 
blutsbuts, deuk 
Flemish to Dutch
boîtezaak 
Flemish to Dutch
boebelen/de boebels krijgen van iets, dikke boebelen krijgen van iets(work in progress) 
Flemish to Dutch
boefeneten, schransen, schranzen 
Flemish to Dutch
boeferberoepsmilitair 
Flemish to Dutch
boeferkindkind van een beroepsmilitair 
Flemish to Dutch
boekske, boeksken, boekjesensatieblad 
Flemish to Dutch
boerenbuitenplatteland 
Flemish to Dutch
boke (bo'ke)bammetje 
Flemish to Dutch
Bol het af!Hoepel op! Ophoepelen! Wegwezen! Maak dat je wegkomt! Sodemieter op! Opsodemieteren! ! Flikker op! Donder op! Opdonderen! Pleur op! Scheer je weg! 
Flemish to Dutch
bomma, bobonne, meme, metje, moeke, moemoe, mamioma, grootmoeder 
Flemish to Dutch
bommakleedomajurk 
Flemish to Dutch
bommaklerenomakleren 
Flemish to Dutch
bompa, pepe, petje, vake, vava, vokkeopa, grootvader 
Flemish to Dutch
bompafietsopoefiets, omafiets 
Flemish to Dutch
boombal (het; de boomballen)folkbal 
Flemish to Dutch
boomballeneen boombal houden, dansen op een boombal 
Flemish to Dutch
boordrand, berm aan een weg 
Flemish to Dutch
boordpapierenautopapieren 
Flemish to Dutch
bot, bottenlaars, laarzen 
Flemish to Dutch
boterhamtaks, boterhammentaksouderbijdrage voor toezicht tijdens de lunchpauze 
Flemish to Dutch
botjesenkellaarzen 
Flemish to Dutch
bottineke (mv. bottinekes)laarsje 
Flemish to Dutch
bougerenbewegen 
Flemish to Dutch
bouwpromotor (bouwpromotoren, bouwpromotors)projectontwikkelaar 
Flemish to Dutch
bouwrealisatiebouwwerk 
Flemish to Dutch
bouwverlofbouwvakantie, (afk.) bouwvak 
Flemish to Dutch
bovenhalentevoorschijn halen, inzetten 
Flemish to Dutch
bradeertariefafbraaktarief 
Flemish to Dutch
braderenonder de waarde verkopen, verkwanselen, verramsjen 
Flemish to Dutch
braderen met ietsiets verkwanselen 
Flemish to Dutch
braderen op de prijsafdingen op de prijs 
Flemish to Dutch
braderijbraderie 
Flemish to Dutch
brandwonde van de derde graad, verbranding van de derde graadderdegraadsverbranding 
Flemish to Dutch
brandwonde van de eerste graad, verbranding van de eerste graadeerstegraadsverbranding 
Flemish to Dutch
brandwonde van de tweede graad, verbranding van de tweede graadtweedegraadsverbranding 
Flemish to Dutch
BretoensBretons 
Flemish to Dutch
bricolerenknutselen, knoeien 
Flemish to Dutch
briefomslag, omslagenveloppe, couvert 
Flemish to Dutch
broebelglaskathedraalglas 
Flemish to Dutch
broebelwater, bruiswater, bruis, spa bruisspa rood, spaatje rood, bruisend water, spuitwater, bubbelwater, prikwater, water met prik 
Flemish to Dutch
broekschijterbangschijter, bangschijterd, angsthaas, natscheet 
Flemish to Dutch
broekschijterijbangschijterij 
Flemish to Dutch
brolrommel, prullen 
Flemish to Dutch
brosbaar, brosbare (les, college, vak)waar je kunt wegblijven 
Flemish to Dutch
brossenniet naar college gaan 
Flemish to Dutch
brosserstudent die niet naar college gaan, spijbelaar 
Flemish to Dutch
bruggepensioneerdevutter, vutster 
Flemish to Dutch
brugpensioenVUT, vervroegde uittreding, vervroegde pensionering 
Flemish to Dutch
bruiswaterspuitwater 
Flemish to Dutch
« Prev Next »
All of ProZ.com
  • All of ProZ.com
  • Term search
  • Jobs
  • Forums
  • Multiple search