allesbehalve belabberde doeltekst | Feb 9, 2004 |
Voor de brontekst kun je altijd nog de auteur daarvan de schuld geven, maar doeltekst moet je toch echt met KS (KlaSse, Kwaliteits-Schrijfwerk) schrijven. Ik heb ook vaak het idee dat bureaus er niet echt blij mee zijn wanneer je fouten in de brontekst aankaart. Misschien ken je die legende van het automerk Rolls Royce: een Rolls Royce-bezitter krijgt eens ergens op een stil landweggetje in Engeland forse motorpech aan zijn kar en belt gelijk maar de hulpdienst van de f... See more Voor de brontekst kun je altijd nog de auteur daarvan de schuld geven, maar doeltekst moet je toch echt met KS (KlaSse, Kwaliteits-Schrijfwerk) schrijven. Ik heb ook vaak het idee dat bureaus er niet echt blij mee zijn wanneer je fouten in de brontekst aankaart. Misschien ken je die legende van het automerk Rolls Royce: een Rolls Royce-bezitter krijgt eens ergens op een stil landweggetje in Engeland forse motorpech aan zijn kar en belt gelijk maar de hulpdienst van de fabriek. Die komen lekker snel en plaatsen een nieuwe motor in de auto. Hij/zij belt de fabriek twee maanden later nogmaals om te informeren waar de rekening blijft voor zijn nieuwe motor. Antwoord: "Het spijt ons, we weten niet waar u het over heeft! Een rekening zegt u ??? Maar meneeeeer! Rolls Royce-motoren gaan niet stuk!" Moet ik wel eens aan denken als ik bij een klant uit Duitsland een fout in de brontekst aankaartte. Tot twee keer toe: "Nee hoor, dat is geen fout". (En Hollander die een fout meent te ontdekken? Kan niet, heeft zeker te veel jenever op!) Ha, drie keer is scheepsrecht, maar twee keer was ook al voldoende! Verleden jaar september sprong ik van plezier een gat in de lucht. Nou had ik ze! Een technische tekst met een berekening erin: A = 40, B = 17 C = A - B = 13 Tssjjaa, ongeluksgetal en nog fout ook. Gauw gemaild, en ja hoor, blij dat ze er toch waren, joh: "Welk een schone geest er toch wel niet in Hollandse vertalers moest huizen, want zulk een combinatie van geleerdheid, scherpzinnigheid, welwillendheid, meelevendheid en zakelijkheid was volgens de meest betrouwbare bronnen sinds mensenheugenis op deez' aard nog nooit waargenomen." "Politie, brandweer, ambulance en ander hulpdiensten zouden worden ingeschakeld om de schuldige te vinden en te (doen) overtuigen van schuld en wat dies min of meer zij" Voorts: "of de weledele heer professor doctor baron Hendrikus baron van Pelenius tot halverwege het einde van de wereld en weer terug toch vooral op deze weg verder wilde gaan en gebreken in het hem ter vertaling aangeboden materiaal met onverminderde voortvarend-, nauwkeurig-, welwillend- en misschien nog wel een andere heid te melden (heidje van een karweitje, zo te zien)." Met een hoop bieten er bij waar de Suiker Unie midden in de bietencampagne graag u tegen zou zeggen. Aangezien suiker dik maakt, zal Schröder ondertussen waarschijnlijk 30 kilo zijn afgevallen; ik kan me tenminste niet indenken dat ze nog wat over hebben. Sindsdien worden de verzoeken van ondergetekende per aangetekende e-mail doorgestuurd naar de auteur die vervolgens de hele nacht met een kannetje water en een stukje droog brood moet doorwerken om zijn pennenvrucht nog eens te controleren op Richtigkeit, Grammatik, Rechtschreibung, Korrektheit, Konsistenz en Wohllaut, maar vooral om eens te zien of het hele lulverhaal (even ter informatie: niets aan de hand hoor, de eerste drie letters zijn van onomatopoëtische aard, zie hieronder) nou eigenlijk wel klopt. Nou ja, ik ben niet zo goed in geneeskunde, het enige dat ik ervan snap, is dat een positieve uitslag een negatieve uitslag is en andersom, dat je voor die uitslag zalf krijgt en dat hun woordenboeken worden geschreven door ene meneer Kerkhof, daarom maar even "Het Woordenboeck der Nederlandsche Taal op CD-Rom" geraadpleegd: LULLEN (I), onz. (met den inhoud van het lullen ook bedr.) zw. ww. Evenals Lollen (I), en eng. to lull, zw. lulla, de. lulle van onomatopoëtischen aard. 1) Binnensmonds zingen, neuriën, een eentonig geluid voortbrengen. || Lullen. j. lollen. Numeros canere, KIL. — (Kerkgangers) dien de predick-stemme, tot een wieghe dient, om zachtelik in slaep ghelult, en ghesuyst te werden, DE BRUNE, Bank. 2, 53. Moye Pleuntje Die dansten ... op de zang ... van Teuntje. ... Hier lulde Klaartje Zever-beks, daar smookte lange Leen ..., terwijl twee Sangers kampten, Om dat den ien de kan wat stijf eneepen had, NOOZEMAN, Bedr. Dronkk. 23. Een deuntje lullen, DE BO. Een kindje in slaap lullen, Ald. Het lullen van den doedelzak, Ald. 2) Zachtjes praten (iets harder dan fluisteren), mompelen. In 't Westvl. || In den minnenhandel wordt er veel geluld, DE BO. De achterklapsters zijn weêr aan 't lullen, Ald. 3) Onbeduidende dingen zeggen, kletsen, zaniken, zagen. Thans, afgezien wellicht van sommige dialecten, alleen in platte taal. || Het is mijnen scult. Ick heb te veel gelult, van die edele traene, Spul v. d. Siecke Stadt 25. Nagt brakende Solons schepsels, met de hand onder 't hoofd ...: lullende niet anders als Oudemans droomen, datter van niets niet werden, en niets tot niet kan verydeld werden, VALENTIJN, Juven. 264. Je hebt, dat meer als zevenmaal gezegt, je lult Van nou tot morgen daar noch wel over, Gew. Weuwenaar 1, 18. W. Je lult, je hebt een tepel op u muts: wie meenje datje voor hebt? 3, 50. Gekken en sollen, lullen en lollen was zijn grootste vermaak, DE MONT en DE COCK, Vl. Vert. 164. Ze maken moraal, lullen over Tolstoï en koopen kapotjes, HEIJERMANS, Kamertjeszonde7 122. Jou kenne ze alles wijs make! Je mot ze maar late lulle! HEIJERMANS, Diamantstad 286. Als hij wat staan lullen had tegen Marie, ging hij samen met Max gaan wandelen, ST. STREUVELS, Minneh. 2, 48. Iemand gaten in de hozen lullen (zegsw. in Gron.: MOLEMA 251 a). — Vandaar, in niet ongunstigen zin, voor praten in 't algemeen. || Sy was snel in de bek, in alles knaphandig. Had het lot haar een jool voor het lullen gegunt, Sy had het waaragtig op my gemunt, V. HALMAEL 22, 49. Jij kan mooi lullen, maar ìk moet het doen! Dat kind kan al zoo aardig lullen. — Zegsw. Lullen is geen visch, hetzelfde als: praatjes vullen geen gaatjes. Afl. Gelul (zie ald., en verg. nog: „De moezel die moet wezen vul, Of anders maect zy gheen gelul”, DE BRUNE, Spreeckw. 170; zie hetzelfdespreekw. in anderen vorm onder LUL (III), 5), en onder LULLEPIJP, 1))). — Verder: Lulla, schertsend gevormd, wellicht, evenals teuta, gonza en derg., naar (oorspronkelijk latijnsche) eigennamen op -a, in den zin van: iemand die lult; lullaks, in dezelfde bet., en in die van: gelul; wellicht oorspronkelijk een studentenwoord, gevormd naar lat. loquax en derg.; lulachtig (TEIRL., ZOVl. Idiot.); luller; lullerig (GUNNINK); lullerij (lulderij); lullificatie, geklets; schertsend gevormd naar falsificatie en derg.; lulling (DE BO). Samenst. Lullepijp (zie ald.). — Verder: Lul(le)broer, kletskous; lullefaaien, kletsen (Loquela); lulhannes, hetzelfde als -broer; vandaar: lulhannesen (b. v. ISR. DE HAAN, Pijpel. 113); lulkoek, kletspraat; lulleman, eig. een samenst. met Lul (III), 3), maar vervolgens in verband gebracht met lullen en zoo een woord geworden voor: kletser, kletsmeier; lulmeier, kletsmeier; lullepels, hetzelfde (HALMA); lul(le)pot, hetzelfde (DE BO); lulpraat, geklets; lulsok, in zijn lulsokken aanhebben, op zijn praatstoel zitten (BOEKENOOGEN 598); lulstoel, in op zijn lulstoel zitten, hetzelfde (Ald.); lullezak, doedelzak, lullepijp („Haer opgheswolle wangen (staen) Als een styve lullesack”, WESTERBAEN, Ged. 1, 38; „Boreas hadt zijn koonen gespannen als een Lulle-sack”, V. OVERBEKE, Rymw. enz. 293). — Hierbij wellicht ook lullemathijs en lullepee (zie LUL (IV), Samenst.). — Als tweede lid. Kletslullen, kletsen (MOLEMA; Loquela); vandaar: kletslulder (t. a. pp.); voorlullen, voorneuriën („Soo ghy 't aerdigh singht, wy sullen vrolyck zyn: Ick lullet u eens voor”, DE GRIECK, Ghedw. Griet 8). Kortom, verwant aan "lol" en "lal" en Engelse slaapliedjes, vroeger op zijn Grieks, zo aan de laatste referentie te zien. Zijn we dus weer terug bij jouw brontekst. Welterusten dan maar, op zijn Nederlands. Calimero Iris (naar aanleiding van je onderstaande reactie), als kind vond ik die Calimero ook altijd grappig, dat heb je goed geraden. Zo te zien is hier in Nederland de Spaanse of Italiaanse variant bekend geworden. Wat schrijven betreft: ik typ meestal, maar houd wel aantekeningen bij op papier. Maar alle gekheid op een stokje (BSE-sateetje met kerrie erop), ik schrijf niet nee.
[Edited at 2004-02-14 14:48] ▲ Collapse | |